Oetel of zandhaas?

Oetel of zandhaas?

oetel of zandhaas?oetel of zandhaas?

Het is bijna zover; “carnaval 2019”. En ik weet ’t nog steeds niet. Ben ik Oetel of Zandhaas?

 

 

 

Als echte Brabantse is carnaval mij met de paplepel ingegeven. Maar wat is nou mijn rol met carnaval?

Kindertijd.

Ik ben in Rosmalen geboren, maar mijn ouders waren allebei Bosschenaren dus heb ik mijn kinderjaren in Oeteldonk doorgebracht. In ’t rôôd wit geel dus. 

Op 8- of 9 jarige leeftijd werd ik dansmarieke in Zandhazendurp.  Ik vond het geweldig om in mijn donkerblauwe fluwelen jasje met steek, en witte plooirokje en laarsjes te mogen dansen. Ik voelde me heel belangrijk, dat weet ik nog, omdat ik op het grote podium van de Kentering met bekende artiesten op mocht treden. Zelfs met mijn idool Albert West! Ik was zeker niet het beste dansmarieke en een spagaat lukte mij al helemaal niet, maar dat mocht de pret niet drukken. 

Tienertijd.

Toen ik de tienerleeftijd bereikte ging ik, zoals heel veel van mijn leeftijdsgenootje toen, als échte Zandhaas naar de tent van de Kentering in Rosmalen. Heel veel leuke en dierbare herinneringen zijn daar gemaakt. We deden toen nog massaal aan hossen, er was nog geen minimumleeftijd voor alcoholgebruik (en toch waren er heel weinig incidenten), en iedereen kon de carnavalsliedjes meezingen want die werden toen nog op de landelijke radio gedraaid. 

Volwassen.

Door mijn eerste echte vaste vriendje kreeg carnaval een andere invulling. Hij was zoon van ‘dn ouwe Han Gruijters die eigenaar was van café De Kèp in Rosmalen, en in die jaren stond ik met carnaval in de keuken en/of achter de bar. Ik beleefde het feest dus vanachter de schermen, maar had er niet minder lol om. Zandhazendurp stond toen bovenaan!

Kort daarna werd ik professioneel zangeres beleefde ik de carnaval vooral op en vanaf het podium, ook heel gezellig. Ik danste in die tijd niet meer op het podium met bekende artiesten, maar zong met ze samen. En ja, ook weer met Albert West, die mij altijd zijn Rosmalense muziekvriendinnetje noemde. 

Moeder.

Met de kids achter de meziekskes aan! Vader speelde in carnavalsclub Ad Fundum, als enige getrouwde muzikant, en omdat ik ook muzikant was ging ik als enige vrouw met die gezellige groep mannen op sjouw. In Oeteldonk, dus weer rôôd wit geel, liepen we de intocht mee. Ik natuurlijk achter de kinderwagen, dus ook die generatie kreeg het met de paplepel toegediend. Mijn bloedjes mochten zelfs de stapsteen voor de prins onthullen!

oetel of zandhaas?
Overdag in Oeteldonk, maar ‘s-avonds waren we regelmatig in Zandhazendurp te vinden, in een overvolle Likkepot.

oetel of zandhaas?

De kinderen werden groter en dochterlief werd dansmarieke in Zandhazendurp, terwijl haar broertje een van de leden van de jeugd raad van 11 

was. Oeteldonk werd eventjes aan de kant gezet, en Zandhazendurp was the place to be die jaren. De vader van de kroost raakte langzaam buiten beeld, en deze Zandhaas kwam een andere Zandhaas tegen met de carnaval. Dat bleek een blijvertje te zijn, dus werd de blauw witte vlag gehesen en hadden we onze draai gevonden in Zandhazendurp. 

Wij wel, maar jaar naar jaar begon Oeteldonk steeds meer te lonken omdat het Rosmalense carnaval op sterven na dood was. In 2013 stonden we nog maar met 5 mensen in de Likkepot en had Hannus d’n Heiboer maar weinig toeschouwers met zijn begrafenis.

2014

De lokroep van de Oetel had gewonnen dat jaar. De kinderen waren inmiddels allemaal de deur uit en wij kozen samen voor het rôôd wit geel. Ons hart lag, als Rosmalenaren, ook zeker wel in Zandhazendurp, maar heel veel mededorpsgenoten waren inmiddels overgelopen naar Oeteldonk. En zeg nou zelf, carnaval is ook een feestje van kennen en herkennen.

Er was nog een hele speciale reden om juist in 2014 onze grenzen te verleggen, maar dat verhaal vertel ik in mijn volgende bericht.

N.B. Pincelada is gesloten in de week van carnaval! Vanaf 12 maart zijn we gewoon weer elke dinsdag en donderdag geopend. 

Hartegroet,

hartegroet

Karin Bonnemaijers

Oetel of zandhaas?