Ik werk al jaren met vensterglas om mijn afbeeldingen op te schilderen. Maar in de eerste jaren dacht ik dat allebei de kanten van glas hetzelfde waren. Maar: glas heeft 2 kanten.

Om te weten hoe dat nou komt moest ik meer leren over het productie-proces van vensterglas, in vaktermen ook floatglas genoemd. Dit glas wordt gemaakt van een mengsel van zand, kalk en soda, waarvan zand de belangrijkste grondstof is
De bestanddelen worden in een oven met een temperatuur van ongeveer 1500 °C tot een glasmassa gevormd (glas smelt nooit helemaal en wordt dus stroperig in plaats van een echte vloeistof) En deze glasmassa wordt op een laag van gesmolten tin gegoten. Omdat het glas lichter is dan tin blijft het perfect op het tin drijven. Daar komt ook de naam floatglas (drijvend glas) vandaan.


De bovenkant van de glasmassa, de kant die dus niet in aanraking komt met het tin, wordt door het hete vuur gepolijst. Dit wordt vlampolijsten genoemd.

De onderkant van de glasmassa, die op het tin drijft, wordt door het gesmolten tin gepolijst. En zo hebben we, na gecontroleerd afkoelen, een glasplaat met een constante dikte en perfect parallel gepolijste zijden.
Glas heeft 2 kanten dus, de “vlamkant” en de zogenoemde tinkant
Visueel is het verschil niet waar te nemen, ook niet met een vergrootglas, althans niet door mij. Maar het maakt wel degelijk verschil als je het glas zelf wilt be- of verwerken. De tinzijde van het glas heeft een voor het oog onzichtbaar residu van het tin. Dit kan bijvoorbeeld de kleuren van glasverven beïnvloeden. Ook fabrieksmatige bewerkingen zoals coaten van glas maken de tinzijde van het floatglas relevant.
En het maakt zelfs voor zoiets ogenschijnlijk simpels als het beschilderen van glas een verschil. Schilderen op de tinzijde betekent voor mij namelijk dat de verf aan die zijde makkelijker vloeit, de verf blijft beter aan zichzelf plakken als het ware, en vloeit uit in mooie strakke lijnen. Schilderen aan de “vlamzijde” een term die ikzelf veel gebruik, betekent iets minder makkelijk schilderen omdat de kwast met de verf toch net iets minder soepel over het glas glijdt, en daardoor ook minder strakke lijnen achterlaat. Het gaat maar om hele kleine verschillen, maar voor mij tijdens het schilderen een significant verschil.
Glas heeft 2 kanten, de tinzijde en de “vlamzijde”, gelukkig maar. Ik ben er blij mee dat ik dit ontdekt heb.
Omdat je op het oog niet kunt zien dat glas 2 kanten heeft lijkt het heel moeilijk om te bepalen wat de tin- en “vlam”zijde is. Maar dat valt gelukkig mee. Het kan met een UV-lamp, maar voor mij is het veel makkelijker om de “druppeltest” te doen:
1. Ik reinig het glas grondig aan beide kanten
2. Ik laat één waterdruppel op het glas vallen, vanaf een afstand van onge-
veer 3 cm.
3. Als de druppel “kapot” valt, en zich een beetje verspreid, dan is dat de
“vlamzijde” (of niet-tin zijde).
4. Als de druppel heel blijft en een mooi bolletje vormt op het glas, dan is
dat de tinzijde.
5. Ik vergelijk het resultaat van de druppels op de beide kanten van het
glas om zeker te zijn.

Dus, druppel ze, zou ik zeggen!
Hartegroet,

Karin Bonnemaijers